Paragraaf 3.5.8 Houden van landbouwhuisdieren in dierenverblijven - vierde tranche
Inhoud
Samenvatting
- Met dit wijzigingsbesluit komen onder andere dierentuinen onder het besluit te vallen. Een moeilijk punt is dat dieren van dezelfde diersoort zowel in de agrarische sector als in een kinderboerderij of dierentuin kunnen worden gehouden. Artikel 3.111 geeft aan dat deze paragraaf (3.5.8) alleen geldt voor het houden van landbouwhuisdieren.
- Verplaatsen overgangsrecht.
Activiteitenbesluit
In het besluit worden de volgende artikelen gewijzigd:
Artikel 3.111
Artikel 3.111, tweede lid, komt te luiden: 2. De artikelen 3.112 tot en met 3.126 zijn niet van toepassing op inrichtingen waar minder dan 10 schapen, 5 paarden, 10 geiten, 25 stuks pluimvee, 25 konijnen en 10 overige landbouwhuisdieren worden gehouden.
Onderdeel XXXX
Met dit wijzigingsbesluit komen onder andere dierentuinen onder het besluit te vallen. Paragraaf 3.5.8 geeft specifieke voorschriften voor veehouderijen. De nieuwe paragraaf 3.8.5 geeft de regels voor kinderboerderijen, hertenkampen, dierentuinen, en soortgelijke inrichtingen. Een moeilijk punt is dat dieren van dezelfde diersoort zowel in de agrarische sector als in een kinderboerderij of dierentuin kunnen worden gehouden. Artikel 3.111 geeft aan dat deze paragraaf (3.5.8) alleen geldt voor het houden van landbouwhuisdieren. Het gaat om dieren die voor productiedoeleinden in de agrarische sector worden gehouden of gefokt en om paarden in maneges. Omdat het artikel de paragraaf expliciet van toepassing verklaart op landbouwhuisdieren vallen kinderboerderijen, hertenkampen, dierentuinen en dergelijke niet onder dit artikel. Het tweede lid geeft uitzonderingen voor specifieke diersoorten. De oorspronkelijke uitzondering voor kinderboerderijen in het tweede lid, onderdeel b, is overbodig. Dieren op een kinderboerderij zijn geen landbouwhuisdieren en vallen dus niet onder het eerste lid.
Nieuw: Artikel 3.114a
Na artikel 3.114 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 3.114a
Totdat met betrekking tot een inrichting die een activiteit uitvoert als bedoeld in artikel 3.111 waarvan een tot de inrichting behorend dierenverblijf geheel of gedeeltelijk is gelegen binnen een zeer kwetsbaar gebied of in een zone van 250 meter rondom een zodanig gebied een wijziging waarop artikel 3.113 of artikel 3.114 van toepassing is, is gemeld, worden binnen de inrichting niet meer landbouwhuisdieren per diercategorie gehouden en is de ammoniakemissie niet groter dan:
- a. op grond van een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht mochten worden gehouden, onderscheidenlijk mocht worden veroorzaakt tot het tijdstip waarop dit besluit op de inrichting van toepassing werd, of
- b. op grond van de betrokken algemene maatregel van bestuur mochten worden gehouden, onderscheidenlijk mocht worden veroorzaakt, tot het van toepassing worden van dit besluit op de inrichting en waarvan in geval van oprichting of wijziging van de inrichting een melding als bedoeld in artikel 8.41, eerste lid, van de Wet milieubeheer was gedaan.
Nieuw: Artikel 3.119a
Na artikel 3.119 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 3.119a
1. Totdat met betrekking tot een inrichting die een activiteit verricht als bedoeld in artikel 3.111 een wijziging waarop de artikelen 3.115 tot en met 3.119 van toepassing zijn, is gemeld, worden binnen de inrichting niet meer landbouwhuisdieren per diercategorie gehouden, is de geurbelasting niet groter en is de afstand tot een geurgevoelig object niet kleiner dan:
- a. op grond van een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht mochten worden gehouden, mocht worden veroorzaakt onderscheidenlijk mocht bedragen tot het tijdstip waarop dit besluit op de inrichting van toepassing werd, of
- b. op grond van de betrokken algemene maatregel van bestuur mochten worden gehouden, mocht worden veroorzaakt onderscheidenlijk mocht bedragen, tot het van toepassing worden van dit besluit op de inrichting en waarvan in geval van oprichting of wijziging van de inrichting een melding als bedoeld in artikel 8.41, eerste lid, van de Wet milieubeheer is gedaan.
2. Het eerste lid is niet van toepassing op de afstand tot een geurgevoelig object indien deze is afgenomen anders dan door wijziging van de inrichting.
Artikel 3.125
Artikel 3.125 worden drie leden toegevoegd, luidende:
- 8. Het vierde lid is tot 1 januari 2016 niet van toepassing op een luchtwassysteem dat is geïnstalleerd voor 1 januari 2013 en niet is voorzien van een elektronisch monitoringssysteem als bedoeld in dat lid.
9. Van een luchtwassysteem als bedoeld in het achtste lid worden tot 1 januari 2016 ten minste eenmaal per week de volgende gegevens geregistreerd:
- a. de zuurgraad van het waswater;
- b. de meterstand van de urenteller van de waswaterpomp;
- c. de meterstand van de watermeter van de spuiwaterproductie in kubieke meter.
10. De gegevens, genoemd in het achtste lid, worden gedurende ten minste drie jaar in de inrichting bewaard.
Nieuw: Artikel 3.125a
Na artikel 3.125 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 3.125a
1. Aan een luchtwassysteem als bedoeld in artikel 3.125, achtste lid, wordt uiterlijk 1 juli 2015 een meting naar de emissiereductie van ammoniak uitgevoerd.
2. Een meting als bedoeld in het eerste lid vindt plaats onder representatieve bedrijfscondities in de zomerperiode tussen 10.00 en 14.00 uur, waarbij de meting wordt uitgevoerd overeenkomstig artikel 2.8. 3. Een afschrift van de rapportage van de meting wordt in de inrichting bewaard tot ten minste het tijdstip waarop twee jaren zijn verstreken na de eerstvolgende meting.
4. Indien uit de meting blijkt dat niet wordt voldaan aan de emissiereductie van ammoniak, genoemd in de systeembeschrijving, op grond waarvan krachtens artikel 1 van de Wet ammoniak en veehouderij een emissiefactor voor dat huisvestingssysteem is vastgesteld, worden maatregelen getroffen om daar alsnog aan te voldoen en wordt binnen een jaar na het uitvoeren van de meting een herhalingsmeting uitgevoerd.
Onderdeel BBBBB
In artikel 3.125a (nieuw) is het overgangsrecht van artikel 6.24v (oud) overgenomen. In dat overgangsrecht werd bepaald dat een meting naar de emissie-reductie van ammoniak moest worden verricht voor 1 juli 2015. Deze datum zal voor inwerkingtreding van dit wijzigingsbesluit verstreken zijn, maar met het oog op de handhaving is het van belang dat deze datum toch in het artikel vermeld blijft.
Activiteitenregeling
In de regeling wordt het volgende artikel gewijzigd:
Artikel 3.98
Aan artikel 3.98 wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. Het eerste tot en met vijfde lid is niet van toepassing indien de drukkamer, bedoeld in artikel 3.97, onder e, voor 1 januari 2013 in gebruik was en bouwkundige aanpassing van de drukkamer redelijkerwijs niet kan worden gevergd.
