Paragraaf 3.4.6 Opslaan van drijfmest en digestaat - vierde tranche
Inhoud
Samenvatting
- Verplaatsen overgangsrecht.
- Met het opnemen van de eisen voor mestvergisting is de definitie van digestaat aangepast. Paragraaf 3.4.6 (artikelen 3.50 tot en met 3.52) geeft de regels voor de opslag van stabiel digestaat.
- Aanpassing verwijzing ivm opnemen normstellende deel NeR in het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling.
Activiteitenbesluit
In het besluit worden de volgende artikelen gewijzigd:
Artikel 3.50
In artikel 3.50, tweede lid, wordt voor «digestaat» ingevoegd: stabiel.
Onderdelen EEEE en GGGG
Met het opnemen van de eisen voor mestvergisting is de definitie van digestaat aangepast. Paragraaf 3.4.6 (artikelen 3.50 tot en met 3.52) geeft de regels voor de opslag van stabiel digestaat. De invulling van de term «stabiel» is van de definitie naar de artikelen verplaatst.
Artikel 3.51
Artikel 3.51 wordt als volgt gewijzigd:
1. Na het derde lid worden twee leden ingevoegd, luidende:
- 4. Het eerste tot en met derde lid zijn niet van toepassing op een mestbassin dat is opgericht voor 1 januari 2013 en dat op grond van een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, dan wel op grond van het Besluit landbouw milieubeheer of het Besluit mestbassins milieubeheer op een kleinere afstand is gelegen dan de afstand die zou gelden op grond van het eerste tot en met derde lid, de afstand tot een geurgevoelig object niet is afgenomen en verplaatsing van het mestbassin redelijkerwijs niet kan worden gevergd.
- 5. Indien het vierde lid van toepassing is:
- a. treft degene die de inrichting drijft maatregelen of voorzieningen die geurhinder voorkomen of tot een aanvaardbaar niveau beperken, en
- b. geeft degene die de inrichting drijft op verzoek van het bevoegd gezag aan welke maatregelen of voorzieningen hij daartoe heeft getroffen of zal treffen.
2. Het vierde tot en met tiende lid (oud) worden vernummerd tot zesde tot en met twaalfde lid.
3. In het zevende, achtste en tiende lid (nieuw), aanhef, wordt «vierde lid» vervangen door: zesde lid.
4. In het negende lid (nieuw) wordt «vijfde lid» vervangen door: zevende lid.
5. In het elfde lid (nieuw) wordt «achtste lid» vervangen door: tiende lid.
6. In het twaalfde lid (nieuw), aanhef, wordt ««met inachtneming van de NeR» vervangen door: onverminderd artikel 2.7a.
Onderdeel FFFF
In artikel 3.51, vierde en vijfde lid (nieuw), is het overgangsrecht van 6.24d (oud) overgenomen.
Artikel 3.52
In artikel 3.52, aanhef, wordt voor «digestaat» ingevoegd: stabiel.
Toelichting: zie bij artikel 3.50.
Activiteitenregeling
In de regeling worden de volgende artikelen gewijzigd:
Artikel 3.67
Aan artikel 3.67 worden twee leden toegevoegd, luidende:
4. Het eerste tot en met derde lid zijn tot 1 januari 2018 niet van toepassing op een mestbassin dat is opgericht voor 1 juni 1987.
5. In het geval, bedoeld in het vierde lid, wordt het mestbassin, zolang het niet is voorzien van een afdekking:
- a. uitsluitend op of nabij de onderkant van het mestbassin gevuld, en
- b. doelmatig gevuld, maar niet verder dan 0,20 meter onder de rand.
Artikel 3.68
Aan artikel 3.68 worden drie leden toegevoegd, luidende:
4. In afwijking van het eerste tot en met het derde lid zijn een mestbassin en een afdekking die zijn opgericht voor 1 januari 2013 uitgevoerd overeenkomstig de eisen die op het moment van oprichten van toepassing waren op grond van een vergunning dan wel het Besluit akkerbouwbedrijven milieubeheer, het Besluit mestbassins, het Besluit landbouw milieubeheer of het Besluit melkrundveehouderijen milieubeheer.
5. Een mestbassin en een afdekking als bedoeld in het vierde lid zijn voorzien van een door de installateur verstrekte verklaring waaruit blijkt dat het mestbassin en de afdekking zijn uitgevoerd overeenkomstig de eisen, bedoeld in het vierde lid, en welke referentieperiode mestbassins van toepassing is.
6. Indien in de verklaring, bedoeld in het vijfde lid, geen referentieperiode mestbassins is vermeld, geldt gerekend van het moment van aanleg van het mestbassin de volgende referentieperiode mestbassins:
- a. 20 jaar voor een houten, betonnen of gemetseld mestbassin en betonnen afdekking;
- b. 10 jaar voor een metalen mestbassin en afdekking;
- c. 5 jaar voor een mestzak of een foliebassin;
- d. 5 jaar voor de taludbescherming van een foliebassin, of
- e. 10 jaar voor overige typen mestbassins en afdekkingen.
Artikel 3.69
Aan artikel 3.69 wordt een lid toegevoegd, luidende:
9. In afwijking van het eerste lid wordt een mestbassin, met uitzondering van een ondergronds mestbassin voorzien van een afdekking die als vloer kan fungeren, dat is opgericht voor 1 januari 2013 en waarvoor geen kwaliteitsverklaring mestbassin is afgegeven, gekeurd overeenkomstig het eerste tot en met het zevende lid, met dien verstande dat de keuring, gerekend vanaf het moment van aanleg van het mestbassin, plaatsvindt ten minste vier weken voor het aflopen van de volgende referentieperiode mestbassins:
- a. 20 jaar voor een houten, betonnen of gemetseld mestbassin en betonnen afdekking;
- b. 10 jaar voor een metalen mestbassin en afdekking;
- c. 5 jaar voor een mestzak of een foliebassin;
- d. 5 jaar voor de taludbescherming van een foliebassin, of
- e. 10 jaar voor overige typen mestbassins en afdekkingen.
