Paragraaf 3.4.5 Opslaan van agrarische bedrijfsstoffen - vierde tranche
Inhoud
Samenvatting
Met dit wijzigingsbesluit vervalt de vergunningplicht voor het houden van een groot aantal dieren buiten de landbouwsector. Het gaat om hondenkennels, dierentuinen, valkeniers en dergelijke. De uitzondering in het vierde lid (nieuw) mbt afstandseisen voor het opslaan van vaste dierlijke meststoffen geldt voor alle niet-landbouwhuisdieren.
Daarnaast is overgangsrecht verwerkt in artikel 3.46 van het besluit en 3.65 van de regeling.
Activiteitenbesluit
In het besluit wordt het volgende artikel gewijzigd:
Artikel 3.46
Artikel 3.46 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid vervalt.
2. Na eerste lid worden drie leden ingevoegd, luidende:
- 2. Het eerste lid is niet van toepassing op het opslaan van agrarische bedrijfsstoffen, indien de plaats waar deze bedrijfsstoffen zijn opgeslagen, is gelegen binnen een van de afstanden genoemd in dat lid, het opslaan reeds voor 1 januari 2013 plaatsvond en verplaatsing van de opgeslagen bedrijfsstoffen redelijkerwijs niet kan worden gevergd.
- 3. Indien het tweede lid van toepassing is:
- a. treft degene die de inrichting drijft maatregelen of voorzieningen die geurhinder voorkomen of tot een aanvaardbaar risico beperken, en
- b. geeft degene die de inrichting drijft op verzoek van het bevoegd gezag aan welke maatregelen of voorzieningen hij daartoe heeft getroffen of zal treffen.
- 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het opslaan van vaste dierlijke meststoffen die niet afkomstig zijn van landbouwhuisdieren. Het opslaan van vaste dierlijke meststoffen die niet afkomstig zijn van landbouwhuisdieren vindt plaats:
- a. in een afgesloten voorziening voor een periode van ten hoogste twee weken, of
- b. op ten minste 50 meter afstand tot een geurgevoelig object.
3. Het derde tot en met zevende lid (oud) worden vernummerd tot vijfde tot en met negende lid.
4. In het zevende lid (nieuw) wordt «eerste tot en met vierde lid» vervangen door: eerste lid en vierde tot en met zesde lid.
5. In het achtste lid (nieuw), aanhef, wordt «met inachtneming van de NeR» vervangen door: onverminderd artikel 2.7a.
6. In het negende lid (nieuw) wordt «Het eerste tot en met vierde lid is» vervangen door: Het eerste lid en vierde tot en met zesde lid zijn.
Onderdeel DDDD
Artikel 3.46, tweede lid, (oud) bevatte een uitzondering voor het opslaan van agrarische bedrijfsstoffen bij kinderboerderijen. Met dit wijzigingsbesluit vervalt de vergunningplicht voor het houden van een groot aantal dieren buiten de landbouwsector. Het gaat om hondenkennels, dierentuinen, valkeniers en dergelijke. De uitzondering in het vierde lid (nieuw) geldt voor het opslaan van vaste dierlijke meststoffen van alle niet- landbouwhuisdieren. Landbouwhuisdieren zijn dieren die voor productiedoeleinden in de agrarische sector worden gehouden. Niet-landbouwhuisdieren zijn alle andere dieren, zoals gezelschapsdieren en dierentuindieren. Het vierde lid (nieuw) is hiertoe aangepast. In artikel 3.46, tweede en derde lid (nieuw), is het overgangsrecht van 6.24c (oud) overgenomen.
Activiteitenregeling
In de regeling wordt het volgende artikel gewijzigd:
Artikel 3.65
Artikel 3.65 wordt als volgt gewijzigd:
1. Na het negende lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
- 10. Het tweede, vierde en vijfde lid zijn tot 1 januari 2027 niet van toepassing op de opslag van kuilvoer indien een voorziening voor het opslaan van kuilvoer in gebruik was voor 1 januari 2013.
2. Het tiende lid (oud) wordt vernummerd tot elfde lid.
