Paragraaf 3.3.3 Demonteren autowrakken - vierde tranche

Uit kennis.vinx.nu
Ga naar:navigatie, zoeken

Samenvatting

  • Aanpassingen ivm verwijzingen naar vervallen NEN-normen.
  • Aanpassing verwijzing ivm opnemen normstellende deel NeR in het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling.
  • Verplaatsen overgangsrecht.


Activiteitenbesluit

In het besluit worden de volgende artikelen gewijzigd:


Artikel 3.26b

In de artikelen 3.26b, eerste lid, 3.38, tweede lid, 3.141, eerste lid, 3.143, eerste lid, 4.21, eerste lid, 4.23, eerste lid, 4.27a, eerste lid, 4.29, eerste lid, 4.31 b, eerste lid, 4.33, eerste lid, 4.34, eerste lid, 4.35, eerste lid, 4.40, eerste lid, 4.41, eerste lid, 4.42, eerste lid, 4.44, eerste lid, 4.45, eerste lid, 4.46, eerste lid, 4.50, eerste lid, 4.54, eerste lid, 4.58, eerste lid, 4.60, eerste lid, 4.62, eerste lid, 4.65, eerste lid, 4.68, eerste lid, 4.74b, eerste lid, 4.74f, eerste lid, 4.74j, tweede lid, 4.74s, eerste lid, 4.94, 4.94g, eerste lid, 4.103aa, 4.103d, 4.119 en 4.125, eerste en tweede lid, wordt «onverminderd de artikelen 2.5 en 2.6» vervangen door: onverminderd artikel 2.5, eerste, vierde en vijfde lid, en artikel 2.6.


Onderdeel OOO

Dit voorschrift staat bij activiteiten in de hoofdstukken 3 en 4 waar emissie-grenswaarden gelden voor emissies naar de lucht. Deze wijziging verduidelijkt de relatie tussen de artikelen 2.5 en 2.6 enerzijds en de voorschriften in de hoofdstukken 3 en 4 waar emissiegrenswaarden voor lucht geregeld worden anderzijds. De emissiegrenswaarden en grensmassastroom genoemd in artikel 2.5 gelden in dat geval niet. Wel blijft de sommatiebepaling (artikel 2.5, eerste, vierde en vijfde lid) en de vrijstellingsbepaling (artikel 2.6) van toepassing.


Artikel 3.26c

Artikel 3.26c, derde lid, komt te luiden:

3. In afwijking van het tweede lid bedraagt het gehalte aan olie ten hoogste 200 milligram per liter in enig steekmonster, indien het afvalwater voorafgaand aan vermenging met ander afvalwater wordt geleid door een slibvangput en olieafscheider die:

a. voldoen aan en worden gebruikt conform NEN-EN 858-1 en 2, of
b. zijn geplaatst voor het van toepassing worden van dit besluit of een deel daarvan op een activiteit in de inrichting en op de hoeveelheid afvalwater zijn afgestemd.


Toelichting:

5.7. Vervallen van verwijzingen naar vervallen NEN-normen

De verwijzingen in het overgangsrecht naar NEN-normen die reeds geruime tijd niet meer van toepassing zijn, zijn geschrapt. Dit betreft de NEN 7089 voor olieafscheiders en slibvangputten en NEN 7087 voor vetafscheiders en slibvangputten. De oude norm voor olieafscheiders en slibvangputten, NEN 7089, is op Europees niveau vervangen door NEN-EN 858-1 en 2 die sinds 2003 beschikbaar is. NEN 7089 is op 2 november 2010 ingetrokken. De oude norm voor vetafscheiders en slibvangputten, NEN 7087 is op 14 september 2004 ingetrokken en op Europees niveau vervangen door NEN-EN 1825-1 en 2. De aangepaste overgangsregeling leidt ertoe dat, indien voorafgaand aan het van toepassing worden van dit besluit adequate afscheiders zijn geplaatst, daarmee eveneens een adequate bescherming van het milieu wordt gerealiseerd. Gezien het feit dat de oude normen, NEN 7087 en NEN 7089 reeds geruime tijd zijn vervangen door nieuwe Europese normen, is verwijzing naar deze oude normen niet meer nodig. Van bestaande vet- en olieafscheiders en slibvangputten wordt aangenomen dat deze, via handhaving adequaat zijn. Voor het lozen van afvalwater vanuit een olieafscheider geldt daarenboven het doelvoorschrift van 200 milligram per liter. Het vervallen van deze normen in het Activiteitenbesluit heeft dus geen gevolgen voor de inrichtingen waarop de artikelen van toepassing zijn. Het gaat bij NEN 7089 om de artikelen 3.23, vijfde lid, 3.23c, derde lid, 3.26c, derde lid, 3.26h, derde lid, 3.34, achtste lid, 4.71, tweede lid, 4.75, vierde lid, 4.82, vijfde lid. Bij NEN 7087 gaat het om de artikelen 3.131, zesde en zevende lid, 3.134, zesde lid, 3.139, achtste lid, 4.104a, vierde lid.

Activiteitenregeling

In de regeling worden de volgende artikelen gewijzigd:


Artikel 3.27d

Artikel 3.27d wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid, onderdeel q, komt te luiden:

q. ontplofbare onderdelen voor zover deze niet zijn geneutraliseerd, met uitzondering van elektrische airbags en gordelspanners;


2. Aan het vijfde lid wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

e. elektrische airbags en gordelspanners, voor zover deze niet zijn geneutraliseerd.

3. In het zesde lid wordt ‘de identiteit en de inhoud daarvan niet meer herkenbaar zijn’ vervangen door: de identiteit of de inhoud daarvan niet meer herkenbaar is.

4. In het zevende lid wordt ‘onderdeel d’ vervangen door: onderdelen d en e.

Artikel 3.27f

Artikel 3.27f wordt als volgt gewijzigd:

1. Na het vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

5. In afwijking van het vierde lid is het toegestaan autowrakken die zijn ontdaan van de stoffen, preparaten en producten, bedoeld in artikel 3.27d, tweede en vijfde lid, voordat ze overeenkomstig het vierde lid worden afgevoerd, ter beschikking te stellen aan een inrichting waar de autowrakken worden opgeslagen, mits de inrichting waar de autowrakken zijn gedemonteerd er zorg voor draagt dat een inrichting waar de autowrakken worden opgeslagen:
a. geen demontagehandelingen of handelingen met de autowrakken verricht, waardoor de identiteit of de inhoud van de autowrakken niet meer herkenbaar is;
b. de autowrakken afvoert naar een inrichting waar zich een shredderinstallatie als bedoeld in het vierde lid bevindt.

2. Het vijfde tot en met zevende lid worden vernummerd tot zesde tot en met achtste lid.

3. In het achtste lid (nieuw) wordt ‘vijfde lid’ vervangen door: zesde lid.

Artikel 3.27h

In artikel 3.27h, vierde lid, wordt ‘twee maanden’ vervangen door: zes maanden.


Artikel 3.27j

Artikel 3.27j wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt ‘met inachtneming van de NeR’ vervangen door: overeenkomstig de artikelen 2.4 en 2.7a van het besluit.

2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

4. Ten aanzien van inrichtingen waarvoor tot het tijdstip van het van toepassing worden van het besluit of een deel daarvan op een activiteit, op die inrichtingen een vergunning in werking en onherroepelijk was, dan wel voorschriften golden op basis van een van de besluiten, genoemd in artikel 6.43 van het besluit, is het eerste lid niet van toepassing voor zover er geen verandering van de inrichting plaatsvindt waarvoor een melding krachtens artikel 1.10 van het besluit nodig is en voor zover de emissies als bedoeld in het eerste lid niet toenemen en de wijze van afvoer van die emissies naar de buitenlucht niet verandert.
5. In afwijking van het vierde lid kan het bevoegd gezag maatwerkvoorschriften als bedoeld in het derde lid stellen.