Aanpassing Vamil 2016
Inhoud
Strekking
Deze regeling strekt tot wijziging van de Aanwijzingsregeling willekeurige afschrijving en investeringsaftrek milieu-investeringen 2009 (hierna: Aanwijzingsregeling) en ter vervanging van de bijlage behorende bij de Aanwijzingsregeling. De Aanwijzingsregeling is aangepast in verband met nieuwe Europeesrechtelijke staatssteuneisen voor milieusteun (zie paragraaf 1.2 en de artikelsgewijze toelichting).
Officiële Publicatie
De officiële publicatie in de staatscourant is hier te vinden.
Datum van inwerkingtreding
Per 1 januari 2016.
Inhoud van de wetswijzigingen
De Milieulijst 2016, de bijlage bij deze regeling, bevat de bedrijfsmiddelen die in 2016 voor Vamil en/of MIA in aanmerking komen. De Milieulijst 2016 is ingedeeld in milieuthema’s. Het eerste cijfer van de code waaronder een bedrijfsmiddel op de lijst is vermeld, verwijst naar het betreffende milieuthema:
0 thema-overstijgende milieu-innovatie;
1 grondstoffen en afval;
2 voedselvoorziening en landbouwproductie;
3 mobiliteit;
4 klimaat en lucht;
5 ruimtegebruik;
6 bebouwde omgeving.
Ten opzichte van 2015 zijn de volgende nieuwe bedrijfsmiddelen in de Milieulijst 2016 opgenomen:
| Nummer Milieulijst 2016 | Bedrijfsmiddel |
|---|---|
| F 1211 | Herbruikbare vastzetters voor lading op rolcontainers |
| A 1615 | Afzuiginstallatie voor keukenafval |
| B 1810 | Tapijt(tegels) met ten minste 50%gerecycled materiaal |
| F 2147 | Systeem voor gecontroleerde lozing voor de glastuinbouw |
| A 2190 | Kasdekreinigings-, krijt- en coatingsysteem |
| F 2212 | Duurzame melkveestal met weidegang |
| F 2319 | Kweeksysteem van insecten |
| E 2337 | Spuitmachine met driftbeperkend systeem voor de akkerbouw |
| A 2349 | Spuitmachine met restvloeistofreductie in de akkerbouw, bloembollen-, boom-, fruit- of vollegrondsteelt |
| B 2352 | Mechanische onkruidknipper |
| F 2400 | Polycultuurkwekerij voor aquatische producten |
| F 2430 | Productiesysteem voor algen, kroos of (zee)wieren |
| F 2590 | Balenpers voor plastic afval op zeeschepen |
| F 2612 | Verwerkingsapparatuur voor diervriendelijke verwerking van gekweekte vis |
| F 2613 | Verwerkingsapparatuur van insecten |
| A 2651 | Algen-, wieren- of kroossysteem voor mestverwerking |
| F 2659 | Mestvergistingsinstallatie met algen-, kroos- of wierenreactor |
| F 3109 | Waterstofpersonenauto |
| F 3115 | Waterstofbus |
| F 3116 | Uitsluitend elektrisch aangedreven bakwagenchassis of trekker |
| D 3117 | Uitsluitend aardgasmotor aangedreven bakwagenchassis of trekker |
| B 3139 | Composiet tankcontainer |
| F 4115 | Lithiumhoudende accu voor stroomvoorziening van gereedschap |
| B 4417 | Rookcondensator voor voedselbewerking |
| A 4682 | Apparatuur voor het verwijderen van zwavelhoudende geuremissies |
| F 5121 | Autonome verzamelinstallatie voor plastic afval op het water |
| A 5331 | Apparatuur voor bodem- of grondwatersanering voor een ernstige verontreiniging op een niet-spoedlocatie |
| F 5345 | Apparatuur voor het karakteriseren en monitoren van verontreinigde locaties |
| E 6112 | Duurzaam nieuw utiliteitsgebouw met industriefunctie volgens de Regeling groenprojecten |
| E 6113 | Duurzame renovatie bestaand utiliteitsgebouw met industriefunctie volgens de Regeling groenprojecten |
Daar er in de Milieulijst 2016 geen noemenswaardige wijzigingen hebben plaatsgevonden ten aanzien van de thema’s Klimaat en lucht, ruimtegebruik en bebouwde omgeving, worden deze thema’s in het navolgende niet toegelicht.
3.2 Generieke bedrijfsmiddelen
De meeste bedrijfsmiddelen op de Milieulijst 2016 zijn specifiek omschreven: het middel waarmee een bepaald milieudoel moet worden behaald wordt daarmee aangewezen (middelvoorschrift). De Milieulijst 2016 bevat ook generiek omschreven bedrijfsmiddelen, waarbij alleen een bepaalde milieuprestatie wordt geëist (doelvoorschrift). Het bedrijfsleven wordt zo geprikkeld om zelf met innovatieve oplossingen te komen. De mogelijkheden van deze omschrijvingen zijn veelomvattend. De generieke bedrijfsmiddelen zijn opgesomd in punt 5 van paragraaf 1 van de Milieulijst 2016.
De voorschriften voor de generieke bedrijfsmiddelen zijn met ingang van 2016 gebaseerd op de vereisten genoemd in artikel 36 en 47 van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening. De vereisten zijn zo ingericht dat investeringen betreffende bosbouw, energie, visserij en aquacultuur niet in aanmerking komen onder de generieke bedrijfsmiddelen.
3.3 Grondstoffen en afval
Het thema circulaire economie speelt een belangrijke rol in Groene Groei7, de beleidsnotitie waarin het kabinet haar ambitie uiteenzet om duurzame economische groei te realiseren. Dit wordt uitgewerkt met het programma VANG (Van Afval Naar Grondstoffen)8. In het programma VANG beschrijft het kabinet 8 operationele doelstellingen om de transitie naar een circulaire economie te stimuleren, waaronder het bevorderen van circulaire innovaties door het ontwikkelen van financiële en andere marktprikkels. Daarvoor is in het kader van het programma VANG in 2015 onderzocht welke innovaties nodig zijn en hoe de financiële instrumenten van het Rijk, zoals Vamil en MIA, beter op circulaire economie kunnen worden gericht. Op de Milieulijst 2016 is daartoe het te verkrijgen voordeel verhoogd van de generieke bedrijfsmiddelcodes in hoofdstuk 1 (Grondstoffen en afval). Vooral op het gebied van de circulaire economie geeft dit meer ruimte voor steun. Bij circulaire economie betreffen investeringen veelal bedrijfsmiddelen waarmee het gebruik van grondstoffen wordt beperkt en dat verdient zich vaak sneller terug dan bij investeringen in bedrijfsmiddelen die andere milieuaspecten betreffen.
3.4 Voedselvoorziening en landbouwproductie
De Milieulijst 2016 biedt onder dit milieuthema veel mogelijkheden voor ondernemingen die actief zijn in de primaire landbouwproductie en visserij en aquacultuur. Voor deze sectoren komen alleen investeringen door kleine of middelgrote ondernemingen in aanmerking.
Verder gelden in paragraaf 1, onder punt 6, van de bijlage bij deze regeling voor landbouw, visserij en aquacultuur maximale bedragen waarvoor investeringen in aanmerking kunnen komen. Voor kassen, stallen en verwerkingsapparatuur gelden maximale investeringsbedragen om binnen de steunplafonds van de Landbouwgroepsvrijstellingverordening en de Visserij Groepsvrijstellings-verordening te blijven. Stallen
In 2016 moeten de duurzame stallen voldoen aan de nieuwe Maatlat Duurzame Veehouderij (MDV), versie 109. Deze maatlat is aangepast aan het nieuwe Besluit emissiearme huisvesting10 dat per 1 juli 2015 van kracht is geworden.
De maximale emissiewaarden voor ammoniak zijn aangescherpt. Dit geldt voor de diercategorieën waarvoor al een maximale emissiewaarde is vastgesteld. Daarnaast is in dit nieuwe Besluit een maximale emissiewaarde opgenomen voor een aantal diercategorieën waarvoor geen maximale emissiewaarde gold.
In 2016 biedt de regeling extra voordeel voor melkveestallen, waarbij weidegang wordt toegepast.
Glastuinbouw
De Milieulijst 2016 zet nog breder in op het voorkomen van emissies via drain(age)water afkomstig van de glastuinbouw. Vamil en MIA ondersteunen investeringen die bijdragen aan het vaker recirculeren van drain(age)water, alsook aan het verminderen of verwijderen van gewasbeschermingsmiddelen of meststoffen in het te lozen drain(age)water. Nieuw is het telemetriesysteem voor gecontroleerde lozing op het riool. Verder bieden Vamil en MIA meer voordeel voor de ondergrondse opslag van gietwater, doordat naast de opslag van gietwater in kelders onder de kas, ook opslag van regenwater in ondergrondse bodemlagen in aanmerking komt voor Vamil en MIA. Daarnaast is er nog steeds ondersteuning mogelijk voor een Groen Label Kas, al dan niet in combinatie met Milieukeur of biologische productie. Landbouw
Nieuw op de Milieulijst 2016 is een kwekerij voor insecten en verwerkings-apparatuur voor insecten. Daarnaast bieden Vamil en MIA voordeel voor spuitmachines voor vollegrondteelt met een driftreductie van ten minste 90%. Verder is het voordeel verhoogd voor investeringen in het zuiveren en voorkomen van afvalwater uit de veehouderij, akkerbouw, bloembollen-, boom-, fruit-, vollegronds- of bedekte teelt. Investeringen voor het tegengaan van erfafspoeling bij veehouderijen kunnen eveneens rekenen op steun via Vamil en MIA. De Milieulijst 2016 beschrijft welke voorzieningen daarvoor in aanmerking komen. De omschrijving van het bedrijfsmiddel onder A 2341 is op de Milieulijst 2016 uitgebreid met een systeem voor gescheiden wateropvang.
Tot slot bieden Vamil en MIA in 2016 net als in voorgaande jaren mogelijkheden voor het stimuleren van investeringen in voorzieningen voor het plaatsspecifiek verzorgen van landbouwgewassen.
Visserij en Aquacultuur
In het kader van de Green Deal ‘Visserij voor een schone zee’ is er een nieuw bedrijfsmiddel opgenomen voor het beter opslaan van plastic afval op visserij schepen. Daarnaast is er voor aquacultuur de mogelijkheid om polycultuur kweeksystemen te melden voor Vamil en MIA.
3.5 Mobiliteit
De Milieulijst 2016 is in lijn gebracht met de ambities en prioriteiten zoals beschreven in ‘Een duurzame brandstofvisie met LEF‘11. Zo zijn de waterstofpersonenauto, de waterstofbus en aardgas- en elektrische vrachtwagen in de Milieulijst 2016 opgenomen. De plugin-hybride personenauto met een CO2-uitstoot tussen de 31 en 50 gram per kilometer is vervallen, omdat het milieurendement van deze voertuigen onvoldoende is voor verdere stimulering.
Vamil en MIA stimuleren in lijn met artikel 36 van de Algemene groepsvrijstellingsverordening laad- of tankinstallaties alleen als deze voor eigen gebruik wordt ingezet.
Bij de stille vrachtwagens is aangestuurd op een aangepaste opzet van de bedrijfsmiddelcodes. De nadruk is komen te liggen op het stimuleren van Quiet Trucks aan de ene kant en transportkoelinstallaties aan de andere kant. Quiet Trucks staan nog steeds op de Milieulijst 2016, maar het te verkrijgen voordeel is lager. Overigens wordt de geluideis voor stille trucks in 2017 aangescherpt, zodat de regeling blijft aansluiten bij de laatste technische ontwikkelingen in de markt.
Bij de mobiele koelinstallaties wordt niet meer gekeken naar duurzame opwekking, maar wel naar de toegepaste koelmiddelen. Vamil en MIA stimuleren transportkoeling met halogeenvrije koelmiddelen. Bij koelmiddelen met een hogere Global Warming Potential (GWP) zijn de meerkosten en milieubaten gering. Daarom zijn deze niet op de lijst opgenomen. Met deze aanpassingen verwacht de Minister van Infrastructuur en Milieu de koplopers van 2016 in de markt te stimuleren, temeer daar ook een lithiumhoudende accu in aanmerking komt als die onderdeel is van een koelinstallatie.
Ook de bedrijfsmiddelen voor de scheepvaart zijn afgestemd op ‘Een duurzame brandstofvisie met LEF‘. Daarnaast is het bedrijfsmiddel A 3310 (Duurzaam vaartuig) vervallen en is het bedrijfsmiddel onder code B 3320 (Duurzame aandrijving voor een vaartuig) vereenvoudigd.
Mobiele machines, zoals in de Milieulijst 2015 omschreven in bedrijfsmiddel E 3411, die voldoen aan de emissie-eisen van fase IV komen niet meer in aanmerking voor MIA, omdat fase IV inmiddels verplicht is.
Externe links
-
