| Type maatregel | Ruimte- en buitenverlichting |
|---|---|
| Nummer maatregel | 10 |
| Omschrijving maatregel | Kantoor: Onnodig binnenbranden van verlichting in pauzes en buiten bedrijfstijd voorkomen. |
| Mogelijke technieken ten opzichte van uitgangssituatie | Veegschakeling toepassen. |
| Uitgangssituatie op basis van een referentietechniek | Verlichting wordt handmatig geschakeld per ruimte. |
| Technische randvoorwaarden | N.v.t. |
| Economische randvoorwaarden | Geïnstalleerd vermogen per veegschakeling is minimaal 18 kW. |
| Per veegschakeling zijn maximaal 12 aanpassingen nodig om te voorkomen dat apparatuur onbedoeld wordt uitgeschakeld. | |
| Verlichting kan minimaal 1 uur per dag extra uitgeschakeld worden. | |
| Toepasbaar op een zelfstandig of natuurlijk moment? | Zelfstandig moment: Ja. |
| Natuurlijk moment: Ja. | |
| Alternatieve erkende maatregelen | N.v.t. |
| Bijzondere omstandigheden | In gebouwen met minimaal energielabel C dan wel in nieuwbouw met een bouwjaar van 2003 of daarna en die derhalve aan de EPC-eisen van 2003 voldoen, wordt geacht deze maatregel reeds te zijn genomen. |
