WBDBO=Weerstand tegen BrandDoorslag en BrandOverslag uitgedrukt in minuten.
Toelichting
Ondanks alle maatregelen om brand te voorkomen, is het altijd mogelijk dat er tóch brand uitbreekt. Het is belangrijk om de gevolgen van een brand zoveel mogelijk te beperken. Om te voorkomen dat een brand zich ongeremd kan voortplanten, dient volgens het Bouwbesluit een bouwwerk onderverdeeld te worden in één of meerdere brandcompartimenten met een bepaalde Weerstand tegen BrandDoorslag en BrandOverslag (WBDBO). Dit niet te verwarren met brandwerendheid. Vanuit het Bouwbesluit wordt bij nieuwbouw 60 minuten voor brand-compartimentscheidingen vereist en vaak 30 minuten voor subbrandcompartimentscheidingen. De brand mag zich binnen de vereiste tijd, WBDBO, niet buiten een vastgesteld brandcompartiment uitbreiden. Indien voor een gelijkwaardigheid voor grotere brandcompartimenten wordt gekozen, zoals bijvoorbeeld concept Beheersbaarheid van Brand 2007, kunnen van hieruit WBDBO-eisen gesteld worden. Deze eisen variëren van minimaal 60 tot maximaal 240 minuten. Het Bouwbesluit schrijft voor dat, als voor een gelijkwaardigheid wordt gekozen, de hier uit voortvloeiende extra eisen bindend zijn, ook al zijn deze hoger dan de eisen uit het Bouwbesluit. Omdat WBDBO een samenstelling is van weerstand tegen branddoorslag en weerstand tegen brandoverslag kan de WBDBO verkregen worden door fysieke weerstand (brandwerendheid wanden, ramen, vloeren, plafonds) en door afstand (buitenlucht).
Bron: Brandpreventie Academy
Brandwerendheid versus WBDBO
Brandwerendheid en WBDBO zijn niet hetzelfde. Een wand, deur of vloer moet een bepaalde brandwerendheid hebben. WBDBO heeft betrekking op brandcompartimenten. Brandwerendheid gaat over delen van de constructie en betreft de tijd die een constructie (bijvoorbeeld een wand of deur) de brand tegen kan houden.
De brandwerendheid wordt bepaald aan de hand van een brandproef waarbij de constructie voor een oven van tenminste drie bij drie meter wordt geplaatst. Voor een plafond zelfs drie bij vier meter. In de oven wordt de temperatuur volgens een voorgeschreven temperatuurverloop (meestal de 'standaardbrandkromme') verhoogd, in een uur tot ongeveer 950 graden C. Tijdens de proef wordt gekeken of de constructie niet bezwijkt, hoe warm de constructie wordt et cetera. De tijdsduur gedurende welke de constructie aan de eisen blijft voldoen, wordt de brandwerendheid genoemd (bijvoorbeeld 30 of 60 minuten).
Bron: InfoMil.
