Act 1014

Uit kennis.vinx.nu
Versie door Han (Overleg | bijdragen) op 24 feb 2016 om 16:28

(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar:navigatie, zoeken

Activiteit

Fokken, houden of trainen van vogels of zoogdieren


Wanneer van toepassing

Van toepassing op het fokken, houden of trainen van meer dan 25 vogels of meer dan 5 zoogdieren. Kinderboerderijen vallen ook onder deze activiteit.

Niet van toepassing op het houden van landbouwhuisdieren.

Wettelijke basis

Paragraaf 3.8.5 van het Activiteitenbesluit

Artikel 3.168 AB


Toelichting

Deze nieuwe paragraaf 3.8.5 is van toepassing op het houden, fokken of trainen van dieren buiten de landbouw. Op landbouwhuisdieren is paragraaf 3.5.8 van toepassing. Paragraaf 3.8.5 geldt voor alle «andere» dieren. Het kan gaan om hondenkennels, hondentraining, valkeniers, volières, kinderboerderijen, hertenkampen, dierentuinen en dergelijke.

Het kan voorkomen dat dieren van een bepaalde diersoort bij een inrichting wel als landbouwhuisdier worden gehouden en bij een andere inrichting niet. Herten worden bijvoorbeeld in het ene geval voor het vlees gehouden en in het andere geval voor de sier. In het eerste geval geldt paragraaf 3.5.8 en in het tweede geldt geval paragraaf 3.8.5.

Besloten is alle inrichtingen die te karakteriseren zijn als kinderboerderij onder deze paragraaf te laten vallen. Landbouwhuisdieren zijn dieren die voor productie van vee, vlees of eieren gehouden worden. Bij kinderboerderijen gaat het vaak om dezelfde diersoorten, maar is het doel niet de productie. In deze paragraaf worden slechts beperkt voorschriften gesteld voor deze dieren. Gevolgen voor de omgeving (met name geluid en geur) zijn er wel. Voor het beoordelen van die gevolgen is het ruimtelijk ordeningsspoor echter leidend. Bij de locatiekeuze in het bestemmingsplan moet rekening worden gehouden met de gevolgen voor de omgeving, met name als de dieren in de buitenlucht worden gehouden of getraind.


Externe links

-


Activiteit id: 1014