Act 1013

Uit kennis.vinx.nu
Versie door Han (Overleg | bijdragen) op 10 dec 2015 om 11:46

(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar:navigatie, zoeken

Activiteit

Lozen van afvalwater ten gevolge van calamiteitenoefeningen


Wanneer van toepassing

Lozen van afvalwater ten gevolge van calamiteitenoefeningen.

Van toepassing op het lozen van afvalwater dat vrijkomt bij een calamiteitenoefening met uitzondering van inrichtingen voor het oefenen van brandbestrijdingstechnieken als bedoeld in categorie 26 van onderdeel C van bijlage I bij het Besluit omgevingsrecht.

Wettelijke basis

Paragraaf 3.1.9 van het Activiteitenbesluit

Artikel 3.6g AB


Toelichting

Calamiteitenoefeningen voert een inrichting uit om bij brand of een andere calamiteit de schade tot een minimum te beperken. Het testen van een brand-bestrijdingsinstallatie valt binnen het begrip «calamiteitenoefening». Bij een calamiteitenoefening kan afvalwater vrijkomen. Zo zal een oefening om een brand te bestrijden, gepaard kunnen gaan met het gebruik van grote hoeveelheden bluswater, dat tijdens de oefening in de bodem, rioolstelsels of het oppervlaktewaterlichaam stroomt. Om de gevolgen voor het milieu tot een minimum te beperken, wordt daarbij zoveel mogelijk gebruik gemaakt van oefenblusschuimen die geen slecht-afbreekbare organische fluorverbindingen of andere halogeenverbindingen bevatten. Deze oefenblusschuimen hebben vergelijkbare uitvloeieigenschappen als echt blusschuim, maar bevatten niet de schadelijke werkzame stof van blusschuimen. In navolging van artikel 3.24 van het Besluit lozen buiten inrichtingen is in artikel 3.6g nu ook een voorschrift opgenomen voor calamiteitenoefeningen die binnen een inrichting plaatsvinden en is de vergunningplicht opgeheven. De reden hiervoor is tweeledig. Allereerst om vergunningplichtige activiteiten die chemisch en ecologisch minder milieurelevant zijn onder algemene regels te brengen. Dit is in lijn met de beleidsuitgangspunten. Daarnaast zorgt het gelijktrekken van de regels van het Activiteitenbesluit met die van het Besluit lozen buiten inrichtingen voor een uniformering van deze besluiten, waardoor het samengaan van deze besluiten in de toekomst wordt vereenvoudigd. Om de oefeningen niet te belemmeren is het verbod tot lozen helemaal opgeheven, waardoor alleen de zorgplicht van artikel 2.1 Activiteitenbesluit het regulerend kader is. Door betrokken partijen, waterbeheerders, het bevoegd gezag, de brandweer en inrichtingen zal een handreiking worden opgesteld waarmee nadere invulling wordt gegeven aan de zorgplicht. Wellicht ten overvloede wordt opgemerkt dat de meldplicht van artikel 1.10 Activiteitenbesluit ook geldt ten aanzien van deze activiteiten. Bij de oprichting van een bedrijf moet dit lozen worden gemeld. Als dit bij de oprichting niet is gedaan maar voor het eerst oefeningen plaatsvinden is dit een verandering in het lozen die eveneens moet worden gemeld.

Externe links

-


Activiteit id: 1013