Activiteit
In werking hebben van een koelinstallatie
Wanneer van toepassing
Deze activiteit is van toepassing op het in werking hebben van een koelinstallatie met natuurlijke koelmiddelen:
a. het in werking hebben van een koelinstallatie met een inhoud van minimaal 12 kilogram aan natuurlijk koudemiddel, of
b. een koelinstallatie met een inhoud van maximaal 1500 kilogram ammoniak.
Onder «natuurlijk koudemiddel» wordt verstaan: koolstofdioxide, ammoniak of koolwaterstoffen niet zijnde een gefluoreerd broeikasgas als bedoeld in Verordening (EU) nr. 517/2014 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 april 2014 dan wel een gereguleerde stof als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1005/2009 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 september 2009, voor zover toegepast als koudemiddel.
Wettelijke basis
Paragraaf 3.2.6. van het Activiteitenbesluit
Artikel 3.16c AB
Toelichting
Bij deze activiteit gaat het uitsluitend om koelinstallaties met natuurlijke koelmiddelen. Voor installaties met niet-natuurlijke koelmiddelen gelden andere regels en zijn daarom in een afzonderlijke activiteit ondergebracht.
Met het inwerkingtreding van de "4e tranche" is het toepassingsbereik van paragraaf 3.2.6 in artikel 3.16c aangepast. Door de opmars van andere natuurlijke koudemiddelen dan ammoniak zijn de risico’s van een andere orde en is de maximale inhoud van de koelinstallatie gekoppeld aan de gebruikte koudemiddelen. Op het stempelplaatje van de koelinstallatie is vermeld hoeveel koelmiddel de installatie bevat.
Externe links
-
Activiteit id: 297
