Hulpconstructie zoals bedoeld in paragraaf 3.1.6. Lozen ten gevolge van werkzaamheden aan vaste objecten
Lichtere hulpconstructie
Onder een lichtere hulpconstructie wordt een constructie verstaan voor opvang van stoffen, die mag worden toegepast bij een windkracht die lager is dan 4 op de schaal van Beaufort. De hulpconstructie dient opstaande randen of een gelijkwaardige voorziening van 20 cm te hebben waarbij verwaaien van stoffen en afvallende delen wordt tegengegaan. De vloer van de hulpconstructie dient om die reden buiten het te behandelen object uit te steken waardoor afvallende delen in de hulpconstructie worden opgevangen. Een lichtere hulpconstructie dient minimaal te bestaan uit een deugdelijke zeilconstructie waarbij het zeil aan alle zijden voldoende uitsteekt om afvallende stoffen op te vangen of het verwaaien van stoffen voldoende tegen te gaan.
Een lichtere hulpconstructie kan ook bestaan uit een hefbaar werkplatform voorzien van opstaande wanden waarbij stoffen op het werkplatform worden opgevangen en waarbij stoffen niet kunnen verwaaien.
Voor de hulpconstructie geldt dat indien de hulpconstructie deel uitmaakt van het vaste object deze zodanig op het vaste object dient aan te sluiten dat geen stoffen uit de hulpconstructie kunnen raken.
Zwaardere hulpconstructie
Bij een windkracht meer dan 8 m/s (groter dan 4 op de schaal van Beaufort) of werkzaamheden waarbij grote hoeveelheden conserveringsmiddelen, straalmiddel of afvalwater vrijkomen is een zwaardere hulpconstructie noodzakelijk. Een zwaardere hulpconstructie is een constructie die de ruimte waarin wordt gewerkt (gedeeltelijk) omsluit. De vloer is een dragende vloer en steekt aan alle zijden uit buiten het te behandelen object. Het twee meter criterium is hierbij losgelaten omdat deze eis onnodig zware eisen stelde aan de constructie terwijl de ruimte die hierdoor ontstond niet voor de werkzaamheden of opvang van stoffen noodzakelijk was. Aansluiting van de opstaande randen of een gelijkwaardige voorziening van 20 cm aan het einde van de vloer biedt voldoende waarborgen voor het opvangen van verwaaiende en afvallende stoffen.
Met de opstaande randen of een gelijkwaardige voorziening van 20 cm wordt beoogd dat vanaf de vloer geen verontreinigingen in het oppervlaktewaterlichaam zullen geraken. De opstaande rand of gelijkwaardige voorziening van 20 cm kan deel uitmaken van de zijwand, tenzij deze zijwand bestaat uit gaasnetten.
