Afdeling 2.8 Geluidhinder - vierde tranche

Uit kennis.vinx.nu
Versie door Han (Overleg | bijdragen) op 22 okt 2015 om 12:40

Ga naar:navigatie, zoeken

Activiteitenbesluit

Artikel 2.17

Artikel 2.17 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

2. Indien de inrichting is gelegen op een gezoneerd industrieterrein gelden de waarden van het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) uit tabel 2.17a ook op een afstand van 50 meter vanaf de grens van de inrichting.

2. Het vierde lid, onderdeel d, komt te luiden:

d. indien de inrichting is gelegen op een gezoneerd industrieterrein de waarden van het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) uit tabel 2.17d ook gelden op een afstand van 50 meter vanaf de grens van de inrichting, en


Onderdeel AA

De voormalige formulering van artikel 2.17, tweede lid, had een ongewenst effect. De formulering leidde ertoe dat bij de combinatie van een inrichting aan de grens van een gezoneerd industrieterrein, met een geluidgevoelig object buiten dat industrieterrein maar op minder dan 50 meter afstand van de grens van die inrichting, het tweede lid niet meer gold. De in het eerste lid in tabel 2.17a genoemde waarden golden dan voor het gebouw of terrein gelegen op minder dan 50 meter afstand, maar ook voor in andere richtingen gelegen objecten, vaak gelegen op veel grotere afstand, bijvoorbeeld aan de andere zijde van het industrieterrein. In die andere richtingen mocht de geluiduitstraling dan veel groter zijn. Dit was een onbedoeld effect. Met het tweede lid was beoogd om de geluiduitstraling in alle richtingen te beperken tot 50 dB(A) etmaalwaarde op 50 meter. Met deze wijziging geldt de aanvullende eis van 50 dB(A) op 50 meter altijd, ongeacht of er een gevoelig object (buiten het industrieterrein) op minder dan 50 meter van de inrichting is gelegen. Hetzelfde ongewenste effect had artikel 2.17, vierde lid, onderdeel d. Ook dat artikel is aangepast zodat de eis van 50 dB(A) op vijftig meter altijd geldt als de inrichting is gelegen op een gezoneerd industrieterrein.


Artikel 2.17a

Na artikel 2.17 wordt een artikel ingevoegd toegevoegd, luidende:

Artikel 2.17a

1. De waarden op de gevel van gevoelige gebouwen en op de grens van gevoelige terreinen in tabel 2.17a onderscheidenlijk 2.17g worden met 5 dB(A) verhoogd indien tot het van toepassing worden van artikel 2.17 op een inrichting, op grond van een voorschrift als bedoeld in het derde lid van dat artikel hogere waarden golden.

2. Indien in een milieuvergunning die in werking en onherroepelijk was op het tijdstip genoemd in het op de inrichting van toepassing geweest zijnde voorschrift, genoemd in artikel 2.17a, derde lid, lagere waarden dan de waarden, bedoeld in artikel 2.17, eerste lid, waren vastgesteld, zijn die lagere waarden van toepassing.

3. De voorschriften, bedoeld in artikel 2.17, eerste en tweede lid zijn: voorschrift 1.1.3 van de bijlage van het Besluit opslag- en transportbedrijven milieubeheer, voorschrift 1.1.5 van bijlage 2 van het Besluit detailhandel- en ambachtsbedrijven milieubeheer, voorschrift 1.1.7 van de bijlage van het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer, voorschrift 1.1.3 van de bijlage van het Besluit bouw- en houtbedrijven milieubeheer, voorschrift 1.1.5 van de bijlage van het Besluit woon- en verblijfsgebouwen milieubeheer, voorschrift 1.1.3 van bijlage 2 van het Besluit voorzieningen- en installaties milieubeheer, voorschrift 1.1.3 van bijlage 1 van het Besluit textielreinigingsbedrijven milieubeheer, voorschrift 1.1.3 van de bijlage van het Besluit inrichtingen voor motorvoertuigen milieubeheer, voorschrift 3.2 van bijlage 2 van het Besluit tankstations milieubeheer, voorschrift 4.2.1 van bijlage 1 van het Besluit tandartspraktijken milieubeheer en voorschrift 1.1.3 van bijlage 2 van het Besluit glastuinbouw.

4. In afwijking van artikel 2.17, vijfde lid, gelden voor inrichtingen als bedoeld in dat lid, waarop tot 1 januari 2013, bijlage 2 van het Besluit glastuinbouw van toepassing was, tot 1 januari 2016 de geluidswaarden van voorschrift 1.1.1 van bijlage 2 van het Besluit glastuinbouw.

5. Een gemeentelijke verordening als bedoeld in voorschrift 1.1.2 van de bijlage bij het Besluit landbouw milieubeheer, zoals dat luidde tot 1 januari 2013, berust met ingang van die datum op artikel 2.17, zevende lid.

6. Voor inrichtingen waarop tot 1 januari 2008 het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer, het Besluit detailhandel en ambachtsbedrijven milieubeheer of het Besluit woon- en verblijfsgebouwen milieubeheer van toepassing was, zijn de waarden uit artikel 2.17 niet van toepassing op de gevel van onderscheidenlijk in een dienst- of bedrijfswoning dan wel een woning die deel uitmaakt van een inrichting.

Onderdeel BB In artikel 2.17a, eerste tot en met vijfde lid, (nieuw) en in het zesde lid (nieuw) is het overgangsrecht van artikel 6.12 (oud) onderscheidenlijk artikel 6.15 (oud) opgenomen.


Artikel 2.18

Artikel 2.18 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, aanhef, wordt «de artikelen 2.17, 2.19, 2.20 dan wel 6.12» vervangen door: de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a dan wel 2.20.

2. In het tweede tot en met vierde lid wordt «artikel 2.17, 2.20 dan wel 6.12» vervangen door: artikel 2.17, 2.17a dan wel 2.20.

3. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

9. Voor inrichtingen waarop tot 1 januari 2008, het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer van toepassing was, en waarvoor voor muziekgeluid een bedrijfsduurcorrectie werd toegepast, kan het bevoegd gezag bij maatwerkvoorschrift bepalen dat het tweede lid niet van toepassing is voor de toetsing van geluidsniveaus tussen 23.00 en 07.00 uur.
10. Indien op grond van het maatwerkvoorschrift, bedoeld in het negende lid, een bedrijfsduurcorrectie wordt toegepast, is het door de inrichting veroorzaakte geluidsniveau gedurende de bedrijfstijd tussen 23.00 en 07.00 uur niet hoger dan op grond van artikel 2.17 is toegestaan tussen 19.00 en 23.00 uur.


Onderdeel CC

De wijzigingen in artikel 2.18, eerste tot en met vierde lid, houden verband met het verplaatsen van het overgangsrecht van artikel 6.12 (oud) naar artikel 2.17a, eerste tot en met vijfde lid, en artikel 6.16 (oud) naar artikel 2.19a, eerste tot en met derde lid. Het negende en tiende lid (nieuw) bevatten het overgangsrecht dat voorheen was opgenomen in artikel 6.14 (oud). Artikel 6.15 (oud) verwees per abuis naar artikel 2.18 en is daarom niet in artikel 2.18 overgenomen.


Artikel 2.19a

Na artikel 2.19 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2.19a

1. Tot de inwerkingtreding van artikel 2.19 zijn het tweede tot en met vierde lid van toepassing.

2. Artikel 2.17 is niet van toepassing op inrichtingen die zijn gelegen in een concentratiegebied voor horeca-inrichtingen of in een concentratiegebied voor detailhandel en ambachtsbedrijven, dat bij of krachtens een verordening als zodanig is aangewezen.

3. In een gebied als bedoeld in het tweede lid bedraagt het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau, veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige installaties en toestellen, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en activiteiten, in ieder geval niet meer:

a. dan de in tabel 2.17 bedoelde waarden op de gevel of, als dat hoger is, het in dat gebied heersende referentieniveau;
b. dan de in tabel 2.19a aangegeven waarden binnen gevoelige gebouwen.

Tabel 2.19a

07.00–19.00 uur 19.00–23.00 uur 23.00–07.00 uur
Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT) 35 dB(A) 30 dB(A) 25 dB(A)
Maximaal geluidsniveau 55 dB(A) 50 dB(A) 45 dB(A)

4. Voor inrichtingen waarop tot 1 januari 2008 het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer, het Besluit detailhandel en ambachtsbedrijven milieubeheer of het Besluit woon- en verblijfsgebouwen milieubeheer van toepassing was, zijn de waarden uit dit artikel niet van toepassing op de gevel van onderscheidenlijk een dienst- of bedrijfswoning dan wel een woning die deel uitmaakt van een inrichting.


Onderdeel DD

Artikel 2.19a is een artikel waarin het overgangsrecht van artikel 6.16 (oud) is overgenomen. Gebleken is dat de formulering van artikel 6.16 (oud) tot misverstanden kan leiden. De bedoeling van dit artikel was om inrichtingen gelegen in aangewezen concentratiegebieden wat meer geluidruimte te geven. De mate waarin was met artikel 6.16, derde lid, onderdeel a (oud), afhankelijk gemaakt van het referentieniveau. Een letterlijke toepassing daarvan zou er echter toe leiden dat in die gevallen, waarin het referentieniveau lager is dan de in artikel 2.17 bedoelde waarden, de in het concentratiegebied gelegen inrichtingen juist aan strengere geluideisen moeten voldoen dan reguliere inrichtingen. Dat is niet de bedoeling. Daarom zijn in het nieuwe artikel 2.19a, derde lid. onderdeel a, de in artikel 2.17 bedoelde waarden als ondergrens opgenomen.

Artikel 2.20

Artikel 2.20 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste, tweede, vierde en zesde lid, wordt «de artikelen 2.17, 2.19 dan wel 6.12» vervangen door: de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19 dan wel 2.19a.

2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

8. De etmaalwaarde die het bevoegd gezag vaststelt op grond van het eerste lid, is niet lager dan 40 dB(A) voor een inrichting:
a. waarop tot het van toepassing worden van dit artikel op die inrichting, het Besluit opslag- en transportbedrijven milieubeheer, het Besluit detailhandel- en ambachtsbedrijven milieubeheer, het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer, het Besluit bouw- en houtbedrijven milieubeheer, het Besluit woon- en verblijfsgebouwen milieubeheer, het Besluit textielreinigingsbedrijven milieubeheer, het Besluit jachthavens milieubeheer, het Besluit motorvoertuigen milieubeheer of het Besluit glastuinbouw van toepassing was, en
b. die voor de inwerkingtreding van het in onderdeel a genoemde besluit dat van toepassing was, is opgericht.
9. De etmaalwaarde die het bevoegd gezag vaststelt op grond van het eerste lid is niet lager dan 40 dB(A) voor een inrichting waarop tot 1 januari 2008 het Besluit tankstations milieubeheer of het Besluit tandartspraktijken milieubeheer van toepassing was.


Onderdeel EE

Deze wijzigingen in artikel 2.20, eerste tot en met vierde lid, houden verband met het verplaatsen van het overgangsrecht van artikel 6.12 (oud) naar artikel 2.17a, eerste tot en met vijfde lid. In het achtste en negende lid (nieuw) is artikel 6.13 (oud) overgenomen.


Artikel 2.21

In artikel 2.21, eerste lid, aanhef, wordt «de artikelen 2.17, 2.19, 2.20 dan wel 6.12» vervangen door: de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a dan wel 2.20.


Onderdelen FF en GG, onder 1

Deze wijzigingen in het eerste lid van de artikelen 2.21 en 2.22 houden verband met het verplaatsen van het overgangsrecht van artikel 6.12 (oud) naar artikel 2.17a, eerste tot en met vijfde lid.

Artikel 2.22

Artikel 2.22 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. De zinsnede «de artikelen 2.17, 2.19, 2.20 dan wel 6.12» wordt vervangen door: de artikelen 2.17, 2.17a, 2.19, 2.19a dan wel 2.20.
b. Na «ongevallenbestrijding,« wordt ingevoegd: spoedeisende medische hulpverlening,.

2. In het tweede lid wordt «bij ongevallenbestrijding, brandbestrijding en gladheidbestrijding» vervangen door: ten behoeve van ongevallenbestrijding, spoedeisende medische hulpverlening, brandbestrijding en gladheidbestrijding en het vrijmaken van de weg na een ongeval.


Onderdelen FF en GG, onder 1

Deze wijzigingen in het eerste lid van de artikelen 2.21 en 2.22 houden verband met het verplaatsen van het overgangsrecht van artikel 6.12 (oud) naar artikel 2.17a, eerste tot en met vijfde lid.


Onderdeel GG, onder 2

Door de toevoeging van «spoedeisende medische hulpverlening» aan artikel 2.22 worden ambulances ten behoeve van medische hulpverlening gelijk be-handeld met andere speciale motorvoertuigen, waarvoor speciale regels voor piekgeluiden gelden. Om de formulering van het tweede lid gelijk te trekken met het eerste lid is aan het tweede lid toegevoegd «het vrijmaken van de weg na een ongeval».