Besluit emissiearme huisvesting

Uit kennis.vinx.nu
Versie door Han (Overleg | bijdragen) op 13 okt 2015 om 07:27

(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar:navigatie, zoeken

Strekking

Dit besluit heeft tot doel de emissie van ammoniak en van fijn stof uit dierenverblijven zoveel mogelijk te beperken. Daartoe worden voorschriften gesteld die de emissie vanuit dierenverblijven aan een maximum binden (maximale emissiewaarden). Voor de onderscheiden huisvestingssystemen gelden verschillende waarden.

Dit besluit komt in de plaats van het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij.


Officiële publicatie

De officiële publicatie in het staatsblad is hier te vinden.

Datum inwerkingtreding

Wordt per KB bepaald.

Inhoud van de wetswijzigingen

Het besluit is als volgt opgebouwd. Artikel 2 bepaalt de reikwijdte van het besluit en geeft de uitzonderingen aan voor huisvestingssystemen waarvoor de maximale emissiewaarden niet van toepassing zijn. De artikelen 3, 4, 5 en 7 regelen de maximale emissiewaarden voor ammoniak respectievelijk zwevende deeltjes (fijn stof). Dit houdt in dat de emissiewaarden voor nader aangeduide huisvestingssystemen de voor die huisvestingssystemen geldende emissiefactoren niet mogen overschrijden. Artikel 8 regelt het overgangsrecht voor op het tijdstip van inwerkingtreding van het besluit reeds bestaande nader aangeduide huisvestingssystemen. Geregeld is dat in bepaalde gevallen de regels op grond van het oude Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij van toepassing blijven tot 2020.

Uitgezonderd zijn: Huisvestingssystemen die behoren tot de volgende categorieën bedrijven vallen niet onder de reikwijdte van het besluit omdat bij deze bedrijven de landbouwhuisdieren niet worden gehouden voor de productie van vlees, melk of eieren (zie artikel 2, eerste lid).

  • Instellingen waar landbouwhuisdieren worden gehouden voor wetenschappelijk onderzoek.
  • Instellingen waar landbouwhuisdieren aanwezig zijn voor medische behandeling of onderzoek.
  • Instellingen of bedrijven waar praktijkonderzoek wordt verricht naar verbetering van de bedrijfsvoering, staltechnieken, meetmethodes, voer- en managementmaatregelen en dergelijke. Het moet gaan om specialistische bedrijven met dierenverblijven die speciaal voor dit onderzoek zijn bedoeld, dus niet om een regulier productiebedrijf waar ook, al dan niet incidenteel, praktijkonderzoek wordt uitgevoerd.
  • Bedrijven waar landbouwhuisdieren worden gehouden voor het ontwikkelen van nieuwe productierassen (basisfokbedrijven).
  • Veemarkten, veehandelaren en slachterijen, waarbij dieren slechts gedurende korte tijd aanwezig zijn, de dierenverblijven niet permanent in gebruik zijn en hetzelfde dierenverblijf wordt gebruikt voor verschillende diercategorieën.
  • Dierentuinen en kinderboerderijen. Vanwege het geringe aantal landbouwhuisdieren dat in deze inrichtingen wordt gehouden, vielen de meeste dierentuinen en kinderboerderijen overigens ook niet onder de reikwijdte van het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij.

Externe links

-