1.21b AB - vierde tranche

Uit kennis.vinx.nu
Versie door Vincent (Overleg | bijdragen) op 22 jun 2015 om 10:43

(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar:navigatie, zoeken

Wijzigingstekst

Na artikel 1.21a wordt aan afdeling 1.2 een artikel toegevoegd, luidende:


Artikel 1.21b

1. Bij een melding als bedoeld in artikel 1.10 wordt een munitie-QRA gevoegd, die voldoet aan de regels, gesteld krachtens artikel 2.6.7, zesde lid, van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening, indien sprake is van het binnen een inrichting die in gebruik is bij de Nederlandse of een bondgenootschappelijke krijgsmacht:


a. oprichten van een voorziening waarin gevaarlijke stoffen van de ADR klasse 1.1 of 1.2 of meer dan 50 kilogram NEG van klasse 1.3 worden opgeslagen;
b. uitbreiden van de hoeveelheid opgeslagen gevaarlijke stoffen van de ADR klasse 1.1 of 1.2 per opslagvoorziening;
c. uitbreiden van de hoeveelheid opgeslagen gevaarlijke stoffen van de ADR klasse 1.3 per opslagvoorziening, indien na uitbreiding meer dan 50 kilogram NEG van deze klasse aanwezig is;
d. veranderen van de bouwkundige staat van een voorziening waarin gevaarlijke stoffen van de ADR klasse 1.1 of 1.2 of meer dan 50 kilogram NEG van klasse 1.3 wordt opgeslagen.

Toelichting

In artikel 1.21b (nieuw) is bepaald dat een munitie-QRA bij de melding moet worden gevoegd ten aanzien van het opslaan of bewerken van ontplofbare stoffen en voorwerpen bij de krijgsmacht of een wijziging daarvan in bepaalde gevallen. De melding op grond van het Activiteitenbesluit wordt tegelijkertijd gedaan met de aanvraag om een OBM voor deze activiteit als bedoeld in artikel 2.2a, zevende lid, van het Bor. De munitie-QRA wordt tevens bij de aanvraag voor de OBM betrokken.


(Artikel I, Onderdeel M)


Externe links

-